Neem voedingssupplement voor natuurlijke afweer

Neem is een Indiase boom, die over de hele wereld in hoog aanzien staat. De boom was het onderwerp van drie internationale studies in 10 jaar.
Mahatma Gandhi was als een van de eersten overtuigd van de positieve effecten van Neem: hij leidde het gebed vanonder een Neem, en hij at dagelijks een chutney van de bladeren van de Neem. Een korte schets van de geschiedenis rondom Neem: het Europese Brevettenbureau (European Patent Office), heeft na een langlopende procedure die was aangespannen door India, de brevetten geannuleerd die geregistreerd waren op naam van de multinational W.R. Grace. Door deze brevetten werden de Indiërs namelijk belet om alle bronnen van Neem vrijelijk ter beschikking te stellen aan andere partijen. Door het annuleren van de brevetten werd een fatale slag toegebracht aan de door de farmaceutische industrie georganiseerde bio-piraterij (er waren meer dan 70 'brevetten' geregistreerd om Neem te monopoliseren, inclusief het gebruik van Neem voor gezondheidsdoeleinden). De ayurvedische traditie, die een bevestiging vond in de moderne wetenschap, toont het volgende aan:

1) Neem, dat het bloed zuivert en ontgift, wordt gebruikt om de huid gezond te houden. Het is met name geschikt voor de behandeling van allerlei soorten eczeem (zoals zwemmerseczeem), candida albicans en acné.

2) de antiseptische werking helpt bij het voorkomen van tandvleesziekten (het is een veel voorkomend bestanddeel in tandpasta

3) de ontstekingsbestrijdende werking is te vergelijken met die van aspirine (door de remming van prostaglandinen)

4) het werkt als immunomodulator op de Th-1lymfocyten, en het heeft een krachtig stimulerende invloed op het immuunsysteem

5) het heeft een sterk bloedsuikerverlagend effect, en het wordt zowel door diabetici van het type I (insulineafhankelijk), als van het type 2 (ouderdomssuiker) gebruikt. Voor dit bloedsuikerverlagende mechanisme is nog geen verklaring gevonden.

6) het heeft een aanzienlijk, dosisafhankelijk bloeddrukverlagend effect bij dieren, zoals in studies bij cavia's en konijnen is aangetoond.